Jargon
Jargon
Als je ook maar iets begrijpt,
luister dan;
laat de woorden die ik zeg tot je
doordringen. Job
34:16
Hoe
gaat dat: evangelisatie?
Veertig jaar geleden ging de kerkelijke gemeente waar ik toen lid was in de periode tussen sinterklaas en kerst het evangelisatieblad De Zaaier deur aan deur aanbieden. Dus niet in de brievenbus maar aanbellen en aanbieden. Mensen konden dan eventueel ook een bijdrage geven als men dat op prijs stelde.
Met tientallen gemeenteleden gingen we tegelijk op pad.
Er ging een geluidswagen met kerstmuziek met ons mee.
En
wat was het resultaat?
Niemand die het weet.
Waar
ging het mis?
Gemeentes dachten (en denken) vaak niet na over hoe de
Boodschap binnenkomt bij de lezers. Er is vaak geen begeleiding, geen
uitleg. Het is zoals in Handelingen 8 staat:
De Geest zei tegen Filippus: ‘Ga
naar die man daar in de wagen.’ Filippus haastte zich naar hem toe
en hoorde hem de profeet Jesaja lezen, waarop hij vroeg: ‘Begrijpt
u ook wat u leest?’ De Ethiopiër antwoordde: ‘Hoe zou dat kunnen
als niemand mij uitleg geeft?’ Hij nodigde Filippus uit om in te
stappen en bij hem te komen zitten.
Jargon!
Onze
Boodschap heeft vaak last van jargon waardoor het erg moeilijk is om
het evangelie te begrijpen.
Jargon
is vaktaal. Voor oningewijden onbegrijpelijke taal.
Buiten
de kerken kennen we dat ook. In de politiek gebruiken ze bijvoorbeeld
woorden als: amoveren, fysieke infrastructuur, leges, passief
kiesrecht, transmuraal of zetel.
In
de garagewereld zien we woorden als: afrolomtrek, differentieel,
hulpkoppeling, nokkenaskeerring of zwevende zekering.
Het
gebruik van dergelijke uitdrukkingen heeft vaak als doel om onderling
sneller te kunnen communiceren maar tegelijk sluit het anderen uit.
Het is taal voor de eigen beperkte kring. Het is jargon.
Ik
zat eens in de kerk naast iemand die normaal nooit in een kerk kwam.
Tijdens het zingen van een Opwekkingslied vroeg hij plotseling: “Wat
is adonai?”
We
realiseren ons vaak niet dat dingen die we in een kerkdienst doen
vaak veel voorkennis nodig heeft omdat het vol zit met “vaktaal”.
Denk dan niet alleen aan woorden als adonai, genade, hosanna, ark,
halleluja, amen, bidden, zegenen, priester, Messias, preek, heilig en
kribbe. Maar ook aan normale woorden die in kerkelijke taal gebruikt
worden met een andere betekenis dan in de rest van de wereld: bloed,
gemeente, vrucht, gemeenschap, hart, schrift en liefde.
Op
dit gebied bestaan er ook ‘extremisten’ die alleen de oudere
versie van de Statenvertaling de juiste vertaling vinden. Hierdoor
wordt een grote barrière opgeworpen voor ongelovigen om het geloof
te leren kennen. Want de taal van dergelijke oude vertalingen wordt
niet meer gesproken in het dagelijks leven.
BGT
Er
zullen vast veel aanmerkingen mogelijk zijn op de nieuwe Bijbel in
Gewone Taal maar deze vertaling maakt de Bijbel wel weer bereikbaar
voor heel veel mensen. Het spreekt het levende Nederlands dat we
allemaal gebruiken. Veel teksten heb ik inmiddels al mogen lezen uit
die vertaling en ik vind het indrukwekkend.
Bekende
teksten zijn opeens weer nieuw en fris.
Ze
ontroeren me weer:
Wat moet ik hier verder nog over
zeggen? God houdt van ons. Voor wie zouden wij dan nog bang moeten
zijn?
God liet toe dat zijn eigen Zoon
gedood werd. Hij leverde hem uit aan slechte mensen. Dat deed God
voor ons allemaal. Maar dan is het zeker dat hij ons ook het eeuwige
leven zal geven, het eeuwige leven dat zijn Zoon al gekregen heeft.
Wij zijn door God uitgekozen. Moeten we dan bang zijn als mensen ons
beschuldigen of ons veroordelen? Nee! Want God ziet ons als goede
mensen. Jezus Christus is gestorven, maar nog belangrijker: hij is
opgestaan uit de dood. Hij is in de hemel en zit naast God, aan zijn
rechterkant. Hij laat ons nooit in de steek.
Wij horen bij Christus, en
Christus houdt van ons. Niets kan dat veranderen. Ook al moeten we
lijden, ook al worden we vervolgd of bedreigd. Ook al hebben we
honger, ook al zijn we arm, ook al is ons leven in gevaar. Dit staat
in de heilige boeken: «Omdat we bij u horen, moeten we elke dag
lijden. We worden behandeld als schapen die geslacht worden.»
Maar hoe zwaar het ook wordt, we
zullen alle moeilijkheden overwinnen. Want God houdt van ons.
Dit weet ik zeker: door de dood
en opstanding van Jezus Christus, onze Heer, liet God zien hoeveel
hij van ons houdt. En niets kan dat veranderen: geen engel, geen
geest, geen machthebber, geen mens of macht op aarde of in de hemel.
Want wat er ook gebeurt, vandaag of in de toekomst, of we nu leven of
sterven: God houdt van ons!
Uit Romeinen
hoofdstuk 8 vers 31-39
Eilt
(geschreven voor Kontakt oktober 2014)